De kerstperiode is een belangrijke tijd van het jaar voor de IJslanders. Het is een echt familiegebeuren waarbij de donkerste dagen van het jaar (met maar een paar uur daglicht) worden gecamoufleerd met gezellig samenzijn in een feeërieke en serene sfeer. Overal worden lichtjes ontstoken, wat zorgt voor pure magie in duistere tijden.
Kerst in IJsland is echter ook om andere redenen een beetje anders dan bij ons. Wist je dat er in IJsland niet 1 maar 13 kerstmannen zijn? De zogenaamde yule lads of kerstjongens maken een belangrijk deel uit van de IJslandse folkloristische traditie.
De Yule Lads
De kerstjongens zijn met 13 en wonen ergens diep in de IJslandse highlands. Vanaf 12 december komen ze een voor een afgezakt naar de bewoonde wereld om er de mensen te komen lastigvallen. Na kerst verdwijnen ze ook weer een voor een. Iedere kerstman is genoemd naar de kwajongensstreken die hem typeren. Het kattenkwaad dat ze uithalen wordt gelinkt aan de agrarische samenleving en dateert uit vroegere tijden toen de bevolking in IJsland nog grotendeels op boerderijen woonde.
Een overzichtje:
- Stekkjastaur – Schaapshoksluiper: een dun en stijf figuur dat schapen opjaagt en hun melk steelt (komt aan op 12/12 en vertrekt op 25/12)
- Giljagaur – Kloofsukkel: steelt de schuimlaag van de vers gemolken emmers melk (komt aan op 13/12 en vertrekt op 26/12)
- Stúfur – Kleintje: deze kleine man schraapt de restjes uit de kookpan (komt aan op 14/12 en vertrekt op 27/12)
- Þvörusleikir – Lepellikker: gaat gaan lopen met de houten lepels waarmee het eten geroerd wordt (komt aan op 15/12 en vertrekt op 28/12)
- Pottasleikir – Pottenlikker: jat de lege potten en likt de restjes eruit (komt aan op 16/12 en vertrekt op 29/12)
- Askasleikir – Kommenlikker: verstopt zich onder het bed en likt de restjes op van vuile kommen die op de grond worden gezet (komt aan op 17/12 en vertrekt op 30/12)
- Hurðaskellir – Deursmijter: een luidruchtige vent die ’s nachts met de deuren slaat om de nachtrust te verstoren (komt aan op 18/12 en vertrekt op 31/12)
- Skyrgámur – Skyr-schrokker: ontvreemdt skyr – de typisch IJslandse yoghurt – uit de keuken (komt aan op 19/12 en vertrekt op 01/01)
- Bjúgnakrækir – Worstendief: gaat gaan lopen met droge worsten (komt aan op 20/12 en vertrekt op 02/01)
- Gluggagægir – Ramengluurder: een gluurder die door het raam naar binnen loert en soms speelgoed steelt (komt aan op 21/12 en vertrekt op 03/01)
- Gáttaþefur – Deursnuiver: heeft een lange neus waarmee hij warme koekjes van ver kan ruiken en ze zo gemakkelijk kan ontvreemden (komt aan op 22/12 en vertrekt op 04/01)
- Ketkrókur – Vleeshaak: steelt vlees met een haak die hij door de schoorsteen laat zakken (komt aan op 23/12 en vertrekt op 05/01)
- Kertasníkir – Kaarsendief: ontvreemdt kaarsen, vroeger een kostbaar goed in IJsland (komt aan op 24/12 en vertrekt op 06/01)
Waar de yule lads vroeger vooral als gemene indringers werden beschouwd die de kinderen schrik aanjoegen, zijn de door de jaren heen geëvolueerd naar kindvriendelijkere wezens die cadeautjes meebrengen en die er meer en meer als kerstman zijn beginnen uitzien. Oordeel zelf. Wij kwamen de Lepellikker toevallig tegen tussen de besneeuwde lavarotsen van Dimmuborgir (aan Lake Mývatn in Noord-IJsland, naar verluidt de woonplaats van de 13 broers) en hij wist ons eigenlijk totaal niet bang te maken maar eerder te charmeren met zijn kerstmanlooks en ondeugende streken.
De hedendaagse kerstjongens laten cadeautjes achter in het schoentje van brave kinderen, een traditie die trouwens is overgenomen van onze sinterklaastraditie, waarschijnlijk door contact van IJslandse vissers met Nederlanders op de Noordzee. Stoute kinderen vinden een aardappel in hun schoen. Op 6 januari vertrekt de laatste kerstman terug naar de highlands en is de kerstperiode in IJsland officieel voorbij.
Grýla, de moeder
De yule lads hebben ook een moeder. Ze heet Grýla en is een afgrijselijk trolachtig monster dat kinderen in jutezakken steekt en in de soep draait als ze niet braaf zijn geweest. Grýla is een oud folkloristisch figuur dat al in de dertiende eeuw werd beschreven in de IJslandse literatuur. Aanvankelijk had ze niets met kerst te maken, maar vanaf de zeventiende eeuw werd ze meer en meer met kerst geassocieerd en werd ze uiteindelijk als moeder van de 13 kerstmannen beschouwd. Grýla woont samen met haar derde man Leppalúði (naar verluidt zou ze haar eerste man hebben opgegeten) en een kat in een grot in de bergen nabij Dimmuborgir in het hoge noorden van IJsland.
Jólakötturinn, de kerstkat
Alsof Grýla als monster nog niet angstaanjagend genoeg is, heeft ze ook nog eens een kat die kinderen opeet die op kerst geen nieuwe kleren dragen. Kinderen zonder nieuwe kleren werden vroeger als lui aanzien. Ze werden verwacht mee te helpen met de productie van wollen kledij, gemaakt uit de wol afkomstig van in de herfst geschoren schapen. Was dit niet klaar voor kerst, hadden ze niet hard genoeg gewerkt en werden ze door de kerstkat verslonden.
Als je in IJsland bent in de eindejaarsperiode, kijk dan zeker uit naar de grote metalen verlichte kerstkat op het Lækjartorgplein in het centrum van Reykjavík, of de sculpturen van Grýla en Leppalúði die soms in de Laugavegur winkelstraat staan opgesteld. Creepy!