IJsland kleurt rood, geel en bruin! Het hoogseizoen is voorbij en het aantal toeristen neemt af. Vanaf september wordt het kouder, regenachtiger en winderiger maar de prachtige herfstkleuren maken het einde van de zomer draaglijk. De herfst in IJsland is een relatief korte overgangsperiode naar de winter die ingaat zodra de eerste sneeuw valt, gewoonlijk vanaf oktober. Toch is dit een fantastische periode om het land te bezoeken omdat het intense kleurenpalet en het strijklicht van de laagstaande zon het landschap een heel aparte dimensie geven. De herfst is om die reden trouwens ook een seizoen dat bijzonder gewaardeerd wordt door fotografen.

Overal duiken blauwbessen op die rijp zijn om geplukt te worden. Schapenherders drijven hun kuddes bijeen uit het hoogland, en gebruiken daarvoor paarden, brommers en zelfs quads. Het verzamelen van de schapen is een jaarlijks terugkerende traditie in september waaraan hele dorpsgemeenschappen gezamenlijk deelnemen. Indien gewenst kunnen ook toeristen een handje toesteken.

In het najaar zijn de dagen nog lang en licht genoeg, maar de nachten wel al donker en koud genoeg om het noorderlicht te kunnen zien. Het echte noorderlichtseizoen gaat pas in vanaf oktober, maar ook in september is er al een aanzienlijke kans om dit lichtspektakel te zien te krijgen.

Net zoals in het voorjaar geldt hier de regel dat de prijzen een stuk lager liggen in vergelijking met het hoogseizoen in juli en augustus. Autoverhuurbedrijven verlagen hun prijzen vanaf eind augustus en sommige logiesverstrekkers volgen dat voorbeeld vanaf september, anderen pas vanaf oktober.